Beschrijving
De Madonna van Brugge (1501-1504)
Dit is het enige beeld van Michelangelo dat nog tijdens zijn leven Italié verlaten heeft. Het werd door een rijke Brugse textielhandelaar in 1506 gekocht en later aan de stad Brugge geschonken. Oorspronkelijk was het bedoeld voor de Dom van Siena, maar door onenigheid met de opdrachtgever, Francesco Picollonini (de latere Paus Pius III) is het beeld nooit afgeleverd. De uitbeelding van het overbekende thema valt op door de in zichzelfgekeerde blik van Maria. Haar gezicht toont een opvallende gelijkenis met de Maria-figuur van de vijf jaar eerder gebeeldhouwde Pietà. Daarom wordt aangenomen dat Michelangelo hier hetzelfde levende model heeft gebruikt. De beweging in het kind, zijn vrij gebeeldhouwde haren en de plooien in de mantel van Maria kondigen de overgang naar de Barok aan.
Opvallend aan het beeld is de houding van de twee figuren. Waar de klassieke weergave van het thema de Mariafiguur vaak afbeeldde als een moeder die het kind liefdevol in haar armen heeft, is in deze weergave van Michelangelo het Christuskind opmerkelijk groot. Het kind staat vrijwel rechtop zonder steun op het punt zich van zijn moeder te verwijderen de wereld tegemoet. Maria kijkt niet naar het kind maar staart de toeschouwer met een treurige blik aan, alsof ze weet welk lot hem later te wachten staat.
Michelangelo (1475-1564)
Michelangelo di Lodovico Buonarroti Simoni was als schilder, beeldhouwer, architect en dichter het archetype van de renaissance kunstenaar, een ‘uomo universale’. Als zoon van de burgemeester van Caprese besteedde hij, tot ergernis van zijn vader, al zijn tijd aan het tekenen. Hij verliest al vroeg zijnmoeder, en wordt opgevoed bij een kindermeisje dat is getrouwd met een beeldhouwer. Michelangelo blijkt zó getalenteerd dat hij al als jongen van 15 wordt opgemerkt door de machtige kunstenaarspatroon Lorenzo de Medici. Zijn creativiteit en werklust zijn onstuitbaar. Al voor zijn 30e beeldhouwt hij twee van zijn beroemdste werken: de Pietà en het grote standbeeld van David.
Een paar jaar later is zijn naam al zo gevestigd dat paus Julius II hem vraagt het plafondgewelf van de Sixtijnse kapel te beschilderen. Hij werkt vier lange jaren aan de fresco’s, die alom bewondering oogsten door hun enorme emotionele uitdrukkingskracht, hun ‘terribilità’. Zijn baanbrekende stijl wordt later gezien als de aanzet tot het maniërisme. ‘Il Divino’ is een levende legende, en de eerste kunstenaar van wie al tijdens zijn leven een biografie verschijnt. Het is echter geen prettig mens. Tijdgenoten beschrijven hem als een man met manische trekken; een ruige, arrogante en sober levende mopperaar, die uitsluitend leeft voor zijn kunst.